Ondernemer pakt meer risico in Brandevoort met bouw 41 huizen: ‘Zo slecht gaat het niet’

Het gaat om een deelplan in de buurt Hazenwinkel, het nieuwe witte dorpje in de Helmondse wijk Brandevoort. De eerste 53 woningen zijn bijna klaar. Het volgende deelplan met in totaal 68 woningen is in de verkoop. In september gaan de werklui aan de slag met de eerste 41.

Doorbouwen is de wens, maar hoe dan?
Stilstand is voor niemand goed, is Hellings van mening. Dat vinden ook makelaars, gemeenten met grote groeiambities en andere partijen. Maar lang niet alle plannenmakers kunnen of willen zelf meer risico nemen, dus zal er iets vanuit de overheid moeten komen om de nieuwbouw aan de gang te houden.

De Nederlandse Vereniging van Makelaars en grote bouwers hebben al gepleit voor een startsubsidie of doorbouwgarantie. Dan kan een bouw beginnen als er nog geen 70 procent is verkocht.

Normaal gesproken begint de bouw namelijk pas als voor 70 procent een koper is gevonden.

 

Als dat niet wordt gehaald, wordt het plan aangepast, uitgesteld of geschrapt. Dat heeft te maken met de verzekering. Simpel gezegd komt het erop neer dat bouwverzekeraars zorgen dat woningen worden afgebouwd als een aannemer failliet gaat. Als voorwaarde stellen zij dat een flink percentage van het project verkocht moet zijn.

Verhitte markt is afgekoeld
Na een periode van oververhitting is de huizenmarkt afgekoeld. Kopers zijn afwachtend en materialen zijn een stuk duurder geworden. Bouwers in het land hebben daarom niet meer zo’n haast om aan de slag te gaan met nieuwbouw.

Hellings verwacht dat een bouwstart juist een impuls geeft aan de verkoop. Als de tijd tussen koop en oplevering onzeker is, kan dat potentiële kopers onrustig maken. Zeker als die zelf hun huis moeten verkopen. “Als mensen weten dat het eraan komt, heeft dat een positief effect”, aldus Hellings.

 

Gaby van den Waardenburg, de Helmondse wethouder bouwen en wonen, is ontzettend blij met het nieuws. “Het is trouwens ook een heel verstandige keuze, want ik ben ervan overtuigd dat mensen die woningen gaan kopen. De vraag blijft in onze gemeente en regio immers groot. Wat je nu bouwt, is over anderhalf tot twee jaar klaar. We moeten in deze tijd blijven doorbouwen en dat kan alleen als we het samen doen.”

Helmond heeft reusachtige groeiambities. Ook zijn met regio, provincie en Rijk afspraken gemaakt over de bouw van tienduizenden woningen. Het liefst zo snel mogelijk. Maar een gemeente bouwt zelf niets. Heeft ze wel gereedschap om te stimuleren dat anderen aan de gang blijven?

Hoe lang duurt de oorlog nog?
Van den Waardenburg wijst op de zogenoemde regionale versnellingstafel. In dat overleg zitten allerlei partijen die bezig zijn met bouwen en wonen.

 

“Het belangrijkste wat we daar doen, is vroegtijdig knelpunten signaleren en oplossen, en zorgen voor snelle uitvoering van plannen. Dit moet de woningbouw in de regio in de benen houden en ontwikkelingen versnellen.”

Desalniettemin heeft een overheid heel veel niet zelf in de hand. Zo weet bijvoorbeeld niemand hoe lang de oorlog tussen Rusland en Oekraïne duurt en welke invloed dat heeft op de prijzen.

“Alle gemeenten worstelen hiermee. Er wordt aan veel verschillende oplossingen gedacht; van fondsen tot maatregelen om de woningbouw aan te blijven jagen. Wij kijken in Helmond serieus naar alle opties. Want dat we moeten blijven bouwen, is essentieel voor de woningvraag in de regio en in de gemeente. Die is groot én blijft groot, dat is helder.”

Bron: ED